Wat willen wij bereiken?
4.3.1 Algemeen
Economische groei in Noord-Holland vereist goede bereikbaarheid. Een snelle doorstroming in een goed ingerichte, schone en veilige omgeving is van groot belang, zowel voor werk als vrije tijd, ongeacht het vervoermiddel. Daarom zet Noord-Holland in op het vergroten van die bereikbaarheid, waarbij leefbaarheid en veiligheid de uitgangspunten zijn.
Goede bereikbaarheid staat of valt met robuuste en veilige verbindingen. Voor beheer en onderhoud van wegen, voor een vlottere doorstroming én voor leefbaarheid, kiest het bestuur voor innovatieve en slimme oplossingen.
Het verbeteren van de (provinciale) infrastructuur, zodat de bereikbaarheid in de provincie toeneemt – te realiseren al dan niet samen met het Rijk, gemeenten en bedrijfsleven – is een kerntaak van de provincie. Binnen deze kerntaak is het beheren van de provinciale kapitaalgoederen een belangrijk element. De Provincie beheert 613 km wegen, 387 km fietspaden, 45 km busbanen, 246 km vaarwegen (bodem en oevers), 539 civiele kunstwerken (inclusief duikers), DVM systemen, 1 verkeerscentrale en 13 gebouwen (waarvan 4 huur).
Onderdeel van de beheertaak is de wettelijke zorgplicht en provinciale ambitie om de kapitaalgoederen volgens afgesproken kwaliteitseisen in stand te houden door middel van onderhoud en vervanging. Hiermee worden functionaliteit en kwaliteit van deze kapitaalgoederen op peil gehouden en wordt kapitaalvernietiging voorkomen.
Wat gaan we daar voor doen?
4.3.2 Infrastructuur
De instandhouding van de provinciale infrastructuur legt een groot beslag op de provinciale begroting. Hierdoor is in de afgelopen jaren steeds nadrukkelijker de behoefte ontstaan om de infrastructuur professioneler, doelmatiger en efficiënter in stand te houden. Om hieraan te voldoen hebben wij de principes van assetmanagement en gebiedscontracten omarmd. Dit is vastgelegd in een bestuurlijke beleidsverklaring.
De provincie Noord-Holland is sinds 2015 gecertificeerd beheerder conform de internationale norm voor Assetmanagement ISO 55001. Wij zetten, als gecertificeerd beheerder, in op continue verbetering en ontwikkeling van de organisatie. Dit doen we door de kwaliteit van onze werkprocessen voortdurend te toetsen
Assetmanagement beoogt de benodigde instandhoudingsmaatregelen van het areaal af te wegen op basis van de aspecten areaalprestatie, faalrisico’s en kosten. Waar eerder de degradatie van de technische staat leidend was voor het plegen van onderhoud, is nu het op bestuurlijk vastgesteld kwaliteitsniveau functioneren van het areaal leidend. Dit is vastgelegd in de Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen (NIKG). Hierin is omschreven welke kapitaalgoederen de provincie in eigendom heeft en op welk kwaliteitsniveau deze in stand gehouden moeten worden. Ook is hierin vastgelegd welke financiële middelen hiervoor noodzakelijk zijn.
Om voor alle kapitaalgoederen de afweging tussen functieprestatie, faalrisico’s en instandhoudingkosten te kunnen maken, is de beheerstrategie opgesteld. Hierin staat omschreven hoe de kwaliteitsniveaus bepaald worden, welk beeld de provincie heeft over areaalfuncties en –prestaties en hoe de faalrisico’s bepaald worden.
In de NIKG 2016-2019, worden de volgende beeldkwaliteitsniveaus gehanteerd. Gebaseerd op de landelijke CROW-systematiek, zijn de onderstaande kwaliteitsniveaus vastgesteld voor de verschillende onderdelen van de provinciale infrastructuur:
Stroomwegen B
Wegen overig C
Fietspaden B
Haltevoorzieningen B
Vrij liggende busbanen B
Vaarwegen C/D (Risico gestuurd)
Milieueffecten B
Om het gebiedsgericht beheer te kunnen incorporeren, worden binnen de ambtelijke organisatie de verschillende beheeraspecten en processen per gebied uitgewerkt. Een belangrijk instrument bij het gebiedsgericht werken, is de uitrol van de gebiedscontracten, waarbij de instandhouding van het areaal naar de markt wordt gebracht. De gebiedscontracten voorzien erin dat het bepalen en uitvoeren van het vast en variabel onderhoud worden uitbesteed en alleen de (vervangings-)investeringen door de provincie zelf worden bepaald. Op deze wijze worden alle te nemen maatregelen aan het infrastructurele areaal op gebiedsniveau afgewogen, bepaald en ook herleid naar de na te streven eisen, richtlijnen, doelen en bedrijfswaarden van de provincie Noord-Holland.
Aansluitend op de in 2016 uitgerolde nieuwe assetmanagement werkprocessen worden in 2017 de laatste ‘oude stijl’ beheertaken afgerond. Dit is mogelijk door het in de markt zetten in 2017 van de laatste drie gebiedscontracten (Zuid-Kennemerland IJmond, Zaanstreek Waterland en Noord-Holland-Zuid).
Alle maatregelen aan het infrastructurele areaal worden begroot en in een basisplanning opgenomen. Dit gebeurt allereerst in de Provinciale Programmaplanning Infrastructuur. Een extractie daaruit voor de eerstvolgende 8 jaren wordt nader uitgewerkt en opgenomen in het bestuurlijk vast te stellen Provinciaal Meerjarenprogramma Onderhoud (PMO) (instandhouding) en het Provinciaal Meerjarenprogramma Investeringen (aanleg).
Het PMO 2017-2021geeft aan welke onderhoudsmaatregelen volgens inzichten van de interne organisatie noodzakelijk zijn. Daarmee wordt gewaarborgd dat de infrastructuur met de beschikbare middelen ook in de toekomst blijft voldoen aan de in de nota investeringen kapitaalgoederen vastgestelde onderhoudsniveaus.
Nieuw in 2017 is, dat het PMO is opgebouwd per gebied. Het dagelijks en variabel onderhoud is bij de gebieden die al op de markt zijn gebracht, in uitvoering bij een gebiedsaannemer. Deze aannemer is zelf verantwoordelijk voor het inplannen van de uitvoering. Het PMO blijft bestaan als spiegel van de uitvoering door de aannemer, waardoor de ontwikkeling van het areaal kan worden gemonitord op basis van de door die aannemer verstrekte rapportages aan het Integraal Projectmanagementteam (IPM). Tevens biedt het PMO inzicht in de budgetontwikkeling voor de toekomst.
Verbeteren van de maatregelenprogrammering
Sinds 2008 wordt binnen de directie Beheer en Uitvoering gewerkt volgens gebruikersgericht netwerkmanagement. Hierbij staat de gebruiker centraal, waarbij de overlast voor de gebruiker tot een minimum wordt beperkt, bij een zo efficiënt mogelijke besteding van de beschikbare middelen. In de contracten met de gebiedsaannemers is (en wordt) geëist dat zij werken met zo min mogelijk hinder voor gebruiker door onder meer vast te leggen dat grootschalige ingrepen in de infrastructuur alleen met minimale tijdsintervallen van meerdere jaren mogen plaats vinden.
4.3.3 Gebouwen
De provincie Noord-Holland heeft verschillende panden in beheer. De meeste panden zijn in gebruik voor de huisvesting van medewerkers en/of opslag van eigendommen. De provincie verhuurt een klein deel van haar panden als winkel, dienstwoning of kantoor aan derden.
Met de ingebruikname van het nieuwe archeologisch centrum in februari 2015 is de verkoop van het gebouw Mercurius in Wormer gestart. Dit gebouw is inmiddels verkocht. Verder zijn door ingebruikname van Dreef 3 de villa’s aan het Florapark 5, 6 en Frederikspark 10 en 12 beschikbaar gekomen voor verkoop. Florapark 5 en Frederikspark 10 en 12 zijn inmiddels verkocht.
Het onderhoud aan de panden voor 2017 kan als volgt worden ingedeeld.
- Maincontract
- Planmatig onderhoud, dit betreft werkzaamheden volgens het meerjarenonderhoudsplan.
- Niet planmatig onderhoud, dit betreft storingen en niet geplande kleine onderhoudswerkzaamheden.
Maincontract
Voor zowel het planmatig als het niet planmatig onderhoud voor het kantoorpand Houtplein 33, het nieuwe gebouw Dreef 1+3 en het nieuwe archeologisch informatiecentrum Huis van Hilde, is een “maincontract” afgesloten, op basis van een prestatiecontract. Dit houdt één contract in, voor het onderhoud aan alle technische disciplines, waaronder bouwkunde, verwarming, lucht en elektrotechniek. Naast deze contractuele verplichtingen zijn er incidentele kosten die voortvloeien uit het maincontract voor deze panden.
Planmatig onderhoud
Voor het planmatig (bouwkundig) onderhoud aan de overige panden werken wij met een meerjarenonderhoudsplan. Dit meerjarenonderhoudsplan bevat het planmatig (bouwkundig) onderhoud aan de buitenzijde van de panden, zoals het schilderwerk, de vervanging of renovatie van daken en goten en noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan de terreinen (hekwerk, bestrating). In het meerjarenonderhoudsplan is ook de periodieke vervanging van cv-installaties meegenomen. Om de drie jaar vindt een herinspectie van de provinciale panden plaats, waarna het meerjarenonderhoudsplan indien nodig wordt aangepast. De meest recente inspectie is in 2016 uitgevoerd.
Er zal groot onderhoud worden uitgevoerd aan Paviljoen Welgelegen betreffende het stucwerk. Verder zal het gebruik van Paviljoenslaan 3 geëvalueerd worden. Ook zal het toegangssysteem voor Paviljoenslaan 7 en 9 aangepast worden. Daarnaast worden aan de andere panden kleinere reguliere onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd.
Niet planmatig onderhoud
Het niet-planmatig onderhoud beslaat het noodzakelijke klein onderhoud aan de panden, dat deels structureel plaatsvindt (onderhoud aan cv’s, zonweringen, automatische deuren en tuin) en deels op ad hoc basis (wanneer een onvolkomenheid wordt geconstateerd, na melding van storing of incidentele inspectie) wordt uitgevoerd.
Storingen in de panden die onder het maincontract vallen, worden ook uit dit budget betaald.
Wat gaat het kosten?
In onderstaande tabel zijn de beschikbare budgetten weergegeven.
De kosten in de tabel onder c. en d. zijn uitsluitend (onderhouds)kosten aan panden die bij de provincie in bezit zijn. Hierin zijn de kosten voor tijdelijke huisvesting (onder andere servicekosten) niet meegenomen.
Beheer en onderhoud meerjarig gepland | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Onderhoud en vervanging wegen (incl. groen) en openbaar vervoerbanen | 73.054.000 | 65.838.000 | 60.884.000 | 50.395.000 |
Onderhoud en vervanging vaarwegen | 49.263.000 | 71.425.000 | 37.430.000 | 44.885.000 |
Planmatig onderhoud gebouwen | 648.000 | 648.000 | 648.000 | 648.000 |
Dagelijks onderhoud gebouwen | 335.000 | 335.000 | 335.000 | 335.000 |
Totaal | 123.300.000 | 138.246.000 | 99.297.000 | 96.263.000 |
Waarvan activa met een maatschappelijk nut: | 42.686.000 | 62.783.000 | 29.385.000 | 36.720.000 |
Bovenstaande budgetten zijn exclusief apparaatskosten