Bedrijfsvoering

Wat willen wij bereiken?

Provincie Noord Holland richt haar organisatie optimaal in om als moderne, efficiënte, flexibele en slagvaardige organisatie uitvoering te geven aan haar wettelijke taken, het coalitieakkoord, Kompas 2020 en de Toekomstagenda. Voor haar inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en medeoverheden is provincie Noord-Holland een betrouwbare partner die rechtmatig handelt en betrouwbaar, transparant, doelmatig, doeltreffend en responsief is. Om succesvol uitvoering te geven aan onze programma’s hechten we groot belang aan onze externe gerichtheid en zichtbaarheid voor onze inwoners. In samenwerking met de provincies Flevoland, Utrecht en Zuid-Holland richt de provincie Noord Holland zich op het verhogen van de kwaliteit van de bedrijfsvoeringsdienstverlening en het delen van bedrijfsvoeringsexpertise en -kennis. Door de vier provincies is een nadere verkenning gedaan naar kansrijke samenwerkingsverbanden op het terrein van de bedrijfsvoering. Deze verkenning heeft geleid tot vier projectlijnen:

  1. Uitwisseling en delen van personeel;
  2. Gezamenlijke aanbestedingen;
  3. Uitwisselen van kennis en gezamenlijk beleid opstellen;
  4. Inbesteden van diensten en het oprichten van expertisecentra.

Op dit moment worden bovenstaande vier projectlijnen op het gebied van de bedrijfsvoering verder uitgewerkt en wordt onderzocht waar op de verschillende deelterreinen kansen liggen voor verdere samenwerking.

Kompas 2020

In dit document staan de maatschappelijke opgaven en ontwikkelingen voor provincies centraal en wat deze betekenen voor de rollen die provincies vervullen. Vanuit de verschillende provinciale rollen wordt verder onderzocht wat de medewerkers van de provincie nodig hebben om deze rollen goed te kunnen vervullen. Wat voor leiderschap is hiervoor nodig? Hoe zetten we onze talenten goed in? Welke kansen en belemmeringen zien we? De ambitie is een organisatie waarin we grensoverschrijdend (samen)werken, van buiten naar binnen werken en denken, actief inspelen op de verwachtingen die de buitenwereld van ons heeft en een innovatieve, verbindende en inspirerende provincie zijn.

Ambities Coalitieakkoord realiseren met meerjarige financiële sturing

Noord-Holland is één van de vitaalste provincies van ons land. Eén van de motoren achter het groeiend economisch herstel. De coalitie van VVD, D66, PvdA en CDA, die zijn zaken financieel op orde heeft en houdt, zal er de komende vier jaar alles aan doen om die motor harder te laten draaien, om onze regionale economie duurzaam aan te jagen.
Wij staan voor een gedegen financieel beleid. De Noord-Hollandse begroting dient dan ook meerjarig structureel in evenwicht te zijn. Het is belangrijk om gedegen en strak te begroten en genoeg weerstandsvermogen en -capaciteit te hebben, zodat financiële risico's kunnen worden opgevangen zonder dat dit een effect heeft op de lopende begroting. Uitgangspunt is dat structurele uitgaven structureel gedekt worden: nieuw beleid zal dus altijd meerjarig gedekt moeten zijn. Nieuw beleid is daarom uitsluitend mogelijk als er wordt bezuinigd of tenzij er sprake is van structureel hogere inkomsten. Tegenvallers moeten worden opgevangen door meevallers of bezuinigingen. Daarna resterende overschotten op de begroting kunnen worden ingezet voor incidentele maatregelen, vooropgesteld dat de omvang van de weerstandscapaciteit dat toestaat. De begroting bevat realistische prestatie-indicatoren. Hierdoor maakt de begroting inzichtelijk waaraan het belastinggeld wordt besteed. De Noord-Hollander draagt door middel van opcenten op de motorrijtuigenbelasting bij aan de provinciale begroting. De opcenten worden niet verhoogd. Het opcenten tarief in Noord-Holland blijft het laagste in het land.

Kwalitatief goede bedrijfsvoering tegen lage kosten

Provincie Noord-Holland stuurt op een kwalitatief goede bedrijfsvoering tegen zo laag mogelijke kosten. Voorbeelden hiervan zijn voortgaande digitalisering en medewerker- en manager selfservice. Uit benchmarkonderzoek “Vensters op bedrijfsvoering”, waarin de bedrijfsvoering van tien provincies is onderzocht, ’blijkt dat de overhead van de provincie Noord-Holland in verhouding tot de andere provincies relatief laag is.

Wat gaan we daar voor doen?

Om de sturing op de genoemde criteria verder te ontwikkelen en te verbeteren, mede in relatie tot externe ontwikkelingen, werken wij in 2017 aan onderstaande activiteiten.

Digitalisering

Informatiemanagement

Informatievoorziening en ICT maken een sterke ontwikkeling door. Dit vraagt om een stevige sturing op professioneel informatiemanagement dat recht doet aan zowel de eisen vanuit de organisatie, de eisen uit de omgeving en de ontwikkelingen op ICT-gebied waar alle (overheids)organisaties mee te maken krijgen. Net als andere organisaties moet ook de provincie Noord-Holland toe naar een hoger volwassenheidsniveau op het gebied van ICT. Kernbegrippen daarbij zijn grip, overzicht en samenhang. Eén en ander is neergelegd in het Concern Informatie Beleidsplan 2016-2020. In dit kader zal in 2017 aan de volgende zaken worden gewerkt:

  1. Het opstellen van een enterprisearchitectuur en van projectstart- en doel-architecturen;
  2. Inrichten van programmatische sturing op provincie brede thema’s, zoals Digitaal 2017, datamanagement en digitalisering;
  3. Concretiseren van beleidsuitgangspunten op het terrein van informatievoorziening en digitalisering;
  4. Uitbreiding portfoliomanagement.

Informatiebeveiliging

Binnen de provincie wordt veel informatie verwerkt en bovendien hebben we steeds meer te maken met groeiende digitalisering, tijd- en plaats onafhankelijk werken en nieuwe ICT-middelen, zoals smartphones en tablets. Informatiebeveiliging zorgt ervoor dat de informatie die wij verwerken betrouwbaar is. Betrouwbaar wil in dit geval zeggen: integer (juist, tijdig en volledig), vertrouwelijk (door de juiste personen te zien en te gebruiken) en beschikbaar (we moeten er wel gemakkelijk bij kunnen). In februari 2016 heeft de Directie besloten tot een intensivering van de inzet op het gebied van informatiebeveiliging. Daarbij zijn de activiteiten geclusterd in drie verantwoordelijkheidsgebieden:

  • Activiteiten binnen het concern: dit betreft het beleid en de coördinatie van organisatiebrede activiteiten op dit gebied;
  • Activiteiten binnen de directies: dit betreft operationele taken op het gebied van informatiebeveliging;
  • (Systeem)toetsende activiteiten door de afdeling Concern Control.

Ook de Rekenkamer constateert in een rapportage in april 2016 dat meer aandacht nodig is voor bestaan en werking van de maatregelen op dit gebied. Hiervoor is een coördinator Informatiebeveiliging aangesteld.
ICT Infrastructuur
De ICT Infrastructuur van de Provincie, als ruggengraat van de Informatievoorziening en ICT, werd in 2014 opnieuw aanbesteed. Na de selectie van de aanbieders is deze juli 2014 gegund aan Fujitsu. Het contract tussen de Provincie en Fujitsu als nieuwe leverancier is 30 september 2014 getekend. Na het maken van de concretiserende afspraken is in september 2015 de transitieperiode ingegaan waarbij Fujitsu is gestart met het beheer van onze werkplekken, netwerk en serverpark. Deze transitie is gepaard gegaan met bij een dergelijk grote operatie gebruikelijke overgangsperikelen.
Begin 2016 heeft Metri, een gerenommeerd adviesbureau voor strategische IT & Sourcing, op een aantal openstaande aandachtspunten een audit uitgevoerd op het contract, in opdracht van de Provincie. Naar aanleiding van de bevindingen zijn tussen de Fujitsu en de Provincie nadere afspraken gemaakt die moeten leiden tot betere prestaties van onze hardware, een betere dienstverlening en een verbeterde samenwerking zodat de Provincie haar regiefunctie op ICT beter kan invullen.
Naast het afsluiten van een aantal openstaande punten, maakten we diverse afspraken waaronder:

  • een technische voorziening die de snelheid van de werkplek significant verbetert
  • een Bonus/Malus regeling die de prikkel vormt tot beter presteren
  • een gezamenlijk opgesteld verbeterplan om de dienstverlening kwalitatief te verbeteren.

Communicatie

Communicatie draagt bij aan het creëren en benutten van kansen. Dat doen we door samenhang te creëren in de thema’s die belangrijk zijn voor de provincie, maar vooral in de thema’s die de inwoners van Noord-Holland belangrijk vinden. We weten de aansluiting te vinden bij de beleving van de belangrijkste doelgroep. Niet gedacht vanuit middelen, maar vanuit de verwachtingen van de buitenwereld. Van buiten naar binnen. Daarmee wordt de communicatiekracht vergroot en wordt de meerwaarde en legitimiteit van de provincie zichtbaar. De boegbeelden van de provincie worden gefaciliteerd om als organisatie communicatiever te worden en effectiever in de themacommunicatie. Communicatie zorgt voor focus en keuzes in de onderwerpen die buiten leven. Scherpe keuzes maken betekent ook loslaten en draagvlak creëren voor de keuzes. Communicatie speelt een verbindende rol tussen de thema’s en tussen bestuur en de verschillende onderdelen van de organisatie. Het vakmanschap op het gebied van bijvoorbeeld schrijven, woordvoering, crisiscommunicatie en sociale media blijft.
Speerpunten in 2017 zijn:

  • Ontwikkelen corporate story;
  • Vernieuwing website (Internet) en Intranet;
  • Digitaal mogelijk maken burgerparticipatie;
  • Door ontwikkelen sociale media.

Personeel en Organisatie

De agenda van de toekomst is doorontwikkeld naar een Toekomstagenda, die meer een beweging is om innovatie en grensverleggend samenwerken te versterken en eventuele belemmeringen die dit in de weg staan, weg te nemen. De ToekomstAgenda gaat over hoe wij als provincie zo goed mogelijk ons werk doen in een snel veranderende samenleving, nu en in de toekomst. Met de ToekomstAgenda en de houtskoolschetsen geven we onze eigen Noord-Hollandse invulling aan Kompas 2020. De houtskoolschetsen zijn dynamisch en kunnen jaarlijks naar gelang de ontwikkelingen worden bijgesteld. Het streven is de organisatie en de medewerkers zo veel mogelijk flexibel te houden.

HRM beleid

Het HRM-beleid zal meer dan in het verleden tot stand komen via co-creatie, samen met de stakeholders, van buiten naar binnen en andersom. Er zijn drie belangrijke HRM-thema’s in 2017.
Flexibiliteit en beweging. Op basis van strategische personeelsplanning wordt gekeken naar de juiste inzet van onze medewerkers. Via het Talentplein worden vaste medewerkers ook voor tijdelijke klussen ingezet. Eventuele rechtspositionele belemmeringen voor een flexibele inzet van medewerkers worden opgespoord en waar mogelijk weggehaald.
Leiderschap en talentontwikkeling. Het nieuw ontwikkelde leiderschapsprofiel zal worden geïmplementeerd aan de hand van een programma “Samen leren, individueel ontwikkelen”. We zetten in op talentontwikkeling en borgen zo de duurzame en flexibele inzetbaarheid van onze medewerkers. Aanvullend investeren we op maat in opleiding en ontwikkeling. We onderzoeken of individuele portfolio’s bijdragen aan het zichtbaar maken van talenten waar de organisatie baat bij heeft. En we zetten in op meer samenwerking tussen de verschillende directies bij opleiding en ontwikkeling.
Arbeidsmarkt & arbeidsvoorwaarden. We blijven werken aan het verstevigen van onze positie op de arbeidsmarkt en het aantrekken van (jong) talent. Ook zijn we alert op het blijvend invullen van moeilijk vervulbare vacatures. Op sectoraal niveau worden gesprekken gevoerd voor een beleidsrijke cao die in 2017 tot een akkoord zou moeten komen. In deze cao is veel aandacht voor doorontwikkeling van het HRM beleid, hetgeen past bij de ontwikkeling van Noord-Holland.
Jaarlijks volgen wij de ontwikkelingen en activiteiten op het gebied van het HRM beleid nauwlettend. Vanaf 2017 zullen wij geen apart Sociaal Jaarverslag meer opmaken, maar de verantwoording hierover afleggen in de bedrijfsvoeringsparagraaf bij de jaarrekening, inclusief de onderliggende kengetallen.

Integriteit

Dilemma’s maken onderdeel uit van het dagelijks werk. Integriteit is daarom een belangrijk onderwerp om over in gesprek te gaan en te blijven. Bij goed bestuur en goed ambtenaarschap zijn de volgende waarden belangrijk: verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid, autonomie, professionaliteit, transparantie, betrouwbaarheid en eerlijkheid. Jaarlijks doen wij in een jaarverslag ‘Integriteit’ verslag over hoe de provincie vorm geeft aan de verschillende aspecten van integriteit.

Participatiewet

Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Doel van deze wet is mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar vermogen deel te laten nemen aan de arbeidsmarkt. De Participatiewet vervangt de wet werk en bijstand. Het IPO (Interprovinciaal overleg) heeft een verdeelsleutel gemaakt naar rato voor alle provincies, waarbij de provincie Noord-Holland de opdracht heeft om vanaf 2015 t/m 2023 stapsgewijs 37 mensen uit deze doelgroep te plaatsen, waarbij er ieder jaar tenminste vijf plaatsingen gerealiseerd moeten worden. Voor de uitvoering van de Participatiewet hebben PS besloten om in de begroting vanaf 2015 cumulatief € 300.000 beschikbaar te stellen. In 2016 zijn er tien plaatsingen gerealiseerd.

Pilot generatiepact

De verkenning om te komen tot een pilot generatiepact vloeide voort uit de cao afspraak om bij twee provincies (Noord-Holland en Fryslân) een pilot uit te voeren, om de mogelijkheden van een generatiepact te verkennen. De uitgangspunten van een generatiepact zijn het bevorderen van mobiliteit en de instroom van jongeren, het vergroten van duurzame (parttime) inzetbaarheid bij ouderen en het reduceren van de bezetting. Hiertoe zou een regeling moeten worden gemaakt waarbij ouderen op vrijwillige basis korter gaan werken met behoud van (een deel) van het salaris en pensioenaanspraken van niet gewerkte uren en de vrijkomende formatie te gebruiken voor de instroom van jongeren.
In juni 2015 is de voortgang van beide pilots besproken in de ambtelijke werkgroep SPA (Sectoraal Provinciaal Arbeidsvoorwaardenoverleg tussen de gezamenlijke provinciale werkgevers en de centrale vakbonden). Hierin maakten de centrale bonden onverwachts kenbaar, dat zij er bij nader inzien de voorkeur aan gaven om de gesprekken over verkenning van de pilots over te laten aan het lokale Georganiseerd Overleg (GO) bij provincie Noord-Holland en Fryslân. In 2015 en 2016 heeft frequent overleg plaatsgevonden tussen de werkgever en de lokale bonden om tot een generatiepact te komen op lokaal niveau. Hier is echter geen overeenstemming in bereikt. Er is op dit moment geen regeling Generatiepact bij de provincie Noord-Holland. Ook in Fryslân is het (nog) niet tot een akkoord gekomen.

Fiscaliteit

Horizontaal toezicht

In het jaar 2008 zijn de provincie en de belastingdienst samen een traject van horizontaal toezicht ingegaan. Op 15 september 2009 heeft dit geleid tot het ondertekenen van het convenant horizontaal toezicht. In dit convenant is afgesproken met elkaar samen te werken op basis van de uitgangspunten begrip, transparantie en vertrouwen. Hierbij heeft de provincie uitgesproken haar fiscale risico’s te willen en uiteindelijk naar verwachting te kunnen beheersen. Dit wordt bereikt door continu aandacht te geven aan een adequaat systeem van administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB), en opvolging te geven aan de uitkomsten van de (verbijzonderde) interne en externe controles. De relatie tussen de provincie en de belastingdienst is goed.
De belastingdienst is voornemens in 2017 te starten met de monitoring over het jaar 2016 conform de Controle Aanpak Belastingdienst.

Fiscaal in control

De provincie heeft de ambitie om de organisatiebeheersing van de provincie zover te optimaliseren dat in 2019 op procesniveau ‘in control statements’ kunnen worden afgegeven (bron beleidsnota Koersen op control, 2015). De fiscale beheersing zal de komende jaren verder worden versterkt en de nadruk zal nog meer gelegd worden op het beheersen en versterken van de AO/IB provincie breed en op de vastlegging hiervan.

VPB

Nagenoeg alle overheidsondernemingen zijn met ingang van het boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2016 Vennootschapsbelastingplichtig geworden. Overheden die ‘winst’ of structurele overschotten behalen met activiteiten die concurreren met de markt, moeten vanaf dat moment Vennootschapsbelasting over deze ‘winst’ betalen. De gevolgen van de nieuwe fiscale wetgeving voor de Provincie Noord-Holland wetgeving zijn inmiddels geïnventariseerd. Thans wordt nauwkeurig in kaart gebracht welke noodzakelijke maatregelen moeten worden getroffen om vanaf 2016 jaarlijks een volledige, juiste en tijdige aangifte vennootschapsbelasting te kunnen opstellen. Ten aanzien van dit dossier wordt in IPO-, en P4-verband nauw samengewerkt met collega provincies en andere betrokken partijen. De komende maanden wordt het noodzakelijke dossier ten behoeve van zowel de organisatie als haar stakeholders (o.m. de Belastingdienst) opgebouwd. Ook wordt doorlopend geïnventariseerd welke activiteiten met ingang van 2016 in de heffing van vennootschapsbelasting zullen worden betrokken en welke vrijstellingen mogelijk van toepassing zijn.
De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) met ingang van 1 mei 2016: aanpak schijnzelfstandigheid.
Deze wet schaft de Verklaring arbeidsrelaties (VAR) af en maakt opdrachtgevers daarmee mede verantwoordelijk voor de juiste beoordeling van hun arbeidsrelatie met opdrachtnemers, zoals zzp’ers. De opdrachtgevers hebben een jaar de tijd om de DBA te implementeren. Er is een organisatiebreed project gestart om de gevolgen van de nieuwe fiscale wetgeving nauwkeurig in kaart te brengen voor de provincie en de maatregelen die nodig zijn om aan deze wetgeving te kunnen voldoen, door te voeren. Ten aanzien van dit dossier wordt in IPO-, en P4-verband nauw samengewerkt met collega provincies en andere betrokken (externe) partijen.

Werkkostenregeling

De provincie Noord-Holland heeft de werkkostenregeling per 1 januari 2015 ingevoerd. Met de inwerkingtreding van de werkkostenregeling zijn de fiscale regels met betrekking tot het vergoeden, verstrekken en ter beschikking stellen van loonbestanddelen gewijzigd. Binnen de werkkostenregeling kan maximaal 1,2% van het totale fiscale loon (de vrije ruimte ) besteed worden aan onbelaste vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen voor bestuur en medewerkers. Over het bedrag boven de vrije ruimte wordt loonbelasting betaald in de vorm van een eindheffing van 80%. Er wordt jaarlijks 150.000 euro gereserveerd voor de WKR.

Archief

In de loop van 2016 rapporteert de provinciearchivaris ons College over de actuele stand van zaken in de uitvoering van zijn aanbevelingen. Deze rapportage zal het richtsnoer zijn voor onze inspanningen in 2017 om het informatie- en archiefbeheer in overeenstemming te brengen met de vigerende wet- en regelgeving. De afgelopen jaren zijn belangrijke verbeteringen gerealiseerd in de dossier – en archiefvorming. Dit betekent echter nog niet dat de archivering volledig op orde is. Er zijn nog belangrijke inspanningen nodig om het geheel volledig in overeenstemming te brengen met de vigerende wet- en regelgeving. Belangrijk speerpunt de komende jaren zal in ieder geval de verbetering zijn van de beleidsdossiers over de periode 2006-2012.

Financieel/Inkoop en Subsidies

Wijziging Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV)

Het definitieve Wijzigingsbesluit vernieuwing BBV met de wijzigingen die voortvloeien uit het traject Vernieuwing BBV en uit de invoering van de Vennootschapsbelasting is op 17 maart 2016 geplaatst in het Staatsblad. Deze wijzigingen hebben effect op de begrotingsjaren 2017 en verder. Daarnaast heeft de commissie BBV naar aanleiding van het wijzigingsbesluit een aantal geactualiseerde richtinggevende notities gepubliceerd.
Het betreft voornamelijk onderstaande wijzigingen die met ingang van begrotingsjaar 2017 in de begroting zijn verwerkt:

  • Indeling en verantwoording naar voorgeschreven taakvelden, deze voorgeschreven taakvelden zijn bij ministeriële regeling bepaald;
  • Invoering van voorgeschreven beleidsindicatoren, ook deze zijn bij ministeriële regeling bepaald;
  • Presentatie van een apart overzicht kosten overhead en meer inzicht in de toerekening van overhead, o.a. in overzicht overhead en paragrafen financiering en lokale heffingen.
  • Meer zicht op de bijdrage van verbonden partijen aan het beleid, door een betere koppeling tussen eigen taken en taken uitgevoerd door verbonden partijen.
  • Voor de categorie “Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut” vervalt de keuzemogelijkheid tot het wel of niet activeren. Deze investeringen dienen met ingang van 2017 te worden geactiveerd. Tevens is het niet langer toegestaan om reserves direct hierop in mindering te brengen of versneld af te schrijven.
  • Voor een beter inzicht in het EMU-saldo is voorgeschreven dat in de begroting naast uiteenzetting van de financiële positie een geprognosticeerde balans wordt opgenomen in de meerjarenraming alsook de berekening van het EMU-saldo.
  • Zolang de provincie geen externe financiering heeft aangetrokken (leningen), mag aan de  taakvelden geen rente worden toegerekend.

Subsidies

Het digitaal aanvragen van subsidies wordt provincie breed ingevoerd en verder ontwikkeld als onderdeel van het (concept) programma Digitaal 2017.

Inkoop

In 2017 wordt een nieuw inkoopbeleid van kracht mede gebaseerd op onze ambities. Duurzaam inkopen is een pijler in het concernbrede programma energie. Binnen deze pijler worden begrippen zoals circulair inkopen lading gegeven en uitgewerkt. In 2017 wordt ook Social Return geïmplementeerd in de staande organisatie. Samenwerking op het gebied van inkoop met de P4 collega provincies levert aanwijsbare producten op. Bijvoorbeeld met gezamenlijk aanbesteden, gelijksoortige processen en sjablonen.

Kostprijssturing

Wij zien verschillende voordelen in het sturen op basis van een integrale kostprijs, waarbij we directe en indirecte kosten integraal toerekenen aan de te leveren producten en projecten. We streven ernaar om dit binnen de provincie binnen een aantal jaar te implementeren. Het beoogde doel hiervan is om een zakelijkere en efficiëntere afweging en sturing mogelijk te maken. Het maakt het (binnen grenzen) mogelijk om keuzes te maken over de wijze van uitvoeren in relatie tot de daaraan gekoppelde uitvoeringskosten. Met name voor de uitvoerende provinciale taken en projecten werken wij in 2017 verder aan de implementatie van integrale kostprijssturing.

Planning en Control

Voor het besturen en het beheersen van de besturende processen, de kernprocessen en de ondersteunende processen gebruiken we meerdere planning- en control-instrumenten. Hiermee geven we invulling aan de door Provinciale Staten vastgestelde planning- en controlcyclus. De begroting neemt daarin een centrale plaats in.
We vinden het van belang dat de planning en control-instrumenten aansluiten op de maatschappelijke veranderingen en de actuele ontwikkelingen in de beheersing van de organisatie en de processen. Markante voorbeelden van deze veranderingen en ontwikkelingen zijn de veranderende positie van de overheid in het maatschappelijk veld, de nieuwe inzichten rondom sturing op beleid en uitvoering, de wijziging van het besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de voortschrijdende digitalisering.
Gericht op de toekomst innoveren en actualiseren we waar nodig de planning en control instrumenten zodat we een eigentijdse sturing en verantwoording kunnen realiseren. In 2017 geven we in dit licht prioriteit aan onderstaande activiteiten.

  • De modernisering van de begrotingssystematiek;
  • Het aanpassen en versterken van de informatievoorziening;
  • De verdere digitalisering van de planning en controlcyclus.

Naast de hierboven beschreven kaders en randvoorwaarden hebben we een aantal interne beleidskaders, die we hanteren bij sturingsvraagstukken. Concreet gaat het om de leidende principes voor eigentijds sturen en verantwoorden en de beginselen van goed openbaar bestuur.
In januari van dit jaar hebben we als directie zes leidende principes voor een eigentijdse sturing en verantwoording vastgesteld:

  1. De lijn is verantwoordelijk;
  2. Verantwoordelijkheden zijn zo laag mogelijk in de organisatie belegd;
  3. Concernsturing weegt belangen van deelprocessen/directies af tegen overstijgende/concern belangen;
  4. Sturing is tijdig en accuraat (tijdens het proces, op het juiste niveau, hoeft niet op papier);
  5. Verantwoording juist en volledig (achteraf, zo goed mogelijk leesbaar, actualiteit minder belangrijk);
  6. Kwantitatieve en kwalitatieve informatie is op orde.

Procesbeheersing en risicomanagement

Provincie Noord-Holland (PNH) is een wendbare organisatie. De provincie heeft de ambitie om snel, open en transparant te kunnen anticiperen op ontwikkelingen in een in toenemende mate complexer wordende en veranderende omgeving. Dit vraagt om maatwerk bij strategie – en beleidsformulering en hoogwaardig kwalitatieve uitvoering van de ingezette instrumenten. Dit maatwerk vertaalt zich naar een brede business control en het optimaliseren van het management control systeem van de provincie Noord-Holland. Het Management Control Systeem (MCS) is het geheel van verantwoordelijkheden, procedures, taakverdelingen, informatiesystemen, organisatorische regelingen en hulpmiddelen die managers hanteren om te bereiken dat het gedrag en de besluiten van medewerkers aansluiten op het doel en de strategie van de organisatie.
Voor het optimaliseren van het MCS hebben GS in oktober 2015 het beleidsplan Koersen op Control”vastgesteld. Doel van Koersen op Control is dat de directeuren uiterlijk in 2019 in control statements afgeven over de processen waar zij verantwoordelijk voor zijn. Hiertoe is in de zomer van 2016 een programma Koersen op Control opgezet, waarbij risico gestuurd de belangrijkste processen in beeld worden gebracht die zullen worden getoetst op werking en uitkomsten.
Nieuw bij die toets zijn de beginselen van de code voor goed openbaar bestuur. Die beginselen – openheid en integriteit, participatie, behoorlijke contacten met burgers, doelgerichtheid en doelmatigheid, legitimiteit, lerend en zelfreinigend vermogen en verantwoording – vormen een belangrijk ijkpunt bij opzet, bestaan, werking en uitkomst van onze processen.
De verantwoordelijke programmamanager richt zich met name op het ontwikkelen en uitvoeren van plannen van aanpak per directie en een plan van aanpak voor de implementatie van de code van goed openbaar bestuur binnen de provincie. Belangrijk uitgangspunt in deze plannen van aanpak is dat de proces- en risico-inventarisatie door de lijn (op diverse niveaus) wordt uitgevoerd. Dit sluit aan bij met de hierboven genoemde principes van eigentijds sturen en verantwoorden.

Wat gaat het kosten?

De onderstaande apparaatskosten vertegenwoordigen de totale kosten van de bedrijfsvoering. Onderdeel van de materiële kosten zijn de kapitaallasten van de nieuwe kantoorpanden aan het Houtplein en de Dreef over een periode van 25 jaar, waarvan een deel direct ten laste komt van de reserve huisvesting.

Apparaatskosten

Budget 2017

Formatie 2017

- Personeel

€ 78.005.000

937 fte

- Materieel

€ 32.084.000

Totaal

€ 110.089.000

De verdeling van de apparaatskosten per programma heeft plaatsgevonden op basis van de begrote inzet van het ambtelijk apparaat op de verschillende operationele doelen. Daarbij is voor het eerst een apart operationeel doel opgenomen voor de overhead. In 2017 wordt  € 5.200.000 van de apparaatskosten geactiveerd, wat het resultaat op de programma’s met dit bedrag ontlast.